Terug in Nederland (Utrecht) werd Rob lid van de zeeverkenners.De J. Pieterszn. Coen Groep zeilde met stalen lelievletten en houten sloepen. Het was in een tijd, waarin men niet het gehele leven in procedures en voorschriften probeerde vast te leggen. Zo was hij een keer onderweg van Utrecht naar Vinkeveen, via het Amsterdam-Rijnkanaal en vroeg hij met de vlet aan een rijnaak om een sleepje. Deze gaf zoveel gas, dat de zware stalen zeilboot in een keer in haar geheel onder water verdween. Nu is het ten strengste verboden om zonder motor op het kanaal te varen.

Na de middelbareschooltijd is Rob naar de zeevaartschool in Den Helder gegaan. Hij behaalde daar zijn 3e rang als koopvaardijofficier/stuurman. Hij ging varen op de Grote Handelsvaart bij onder meer de Koninklijke Hollandsche Lloyd en de Verenigde Nederlandse Scheepvaarmaatschappij en bevoer eigenlijk alle 7 wereldzeeën. In de 70’er jaren maakte de voortschrijdende commercialisering van de scheepvaart een einde aan de romantiek in het vak. De wilde vaart waarbij vracht, naar gelang van de dagelijkse telexopdrachten van het hoofdkantoor, van A naar B werden vervoerd, werd vervangen door containertransport vastgelegd in een strak vaar- en tijdschema. Dit keurslijf zat Rob te strak. Hij verliet
de Koopvaardij en na een korte opleiding op het Koninklijk Instituut voor de Marine werd hij als Luitenant ter Zee der 3e klasse geplaatst aan boord van de Hermelijn, een roofdierfregat.

Na zijn marine tijd is hij in Utrecht rechten gaan studeren Na een enkele omzwerving werd hij advocaat te Rotterdam. Bij het toenmalige kantoor Duthil, Van der Hoeven en Slager ging hij zich, niet verwonderlijk, met de “natte praktijk” bezighouden. Met nautische zaken in het algemeen, zoals ladingschade, aanvaringen enz. Een switch van kantoor en naar Amsterdam resulteerde erin, dat hij onder andere de belangen van een Amerikaanse multinational ging behartigen. Hij specialiseerde zich in Fusies/overnames, arbeids- en contractenrecht. Inmiddels houdt hij kantoor in Bilthoven waar hij zich naast bovengenoemde disciplines ook richt op een wat meer algemeen ingerichte praktijk.

Tijdens een wintervakantie 30 jaar geleden in Frankrijk leerde hij de ons niet onbekende Walter van Voorst van Beest kennen (P433). Net zoals bij zovelen voor als na hem was de ontmoeting met deze Pampus-zeiler niet zonder consequenties. Samen organiseerden zij vele evenementen voor onder andere de
Heeren Sociëteit d’Art. Er groeide een hechte vriendschap tussen beide families

Walter zal er ook wel op aangedrongen hebben, dat de Salomé‘s lid werden van de ”Vereeniging “. Van een serieuze zeilcarrière op de Loosdrechtse Plassen is het niet zo gekomen. Ook al omdat de in de tuin gestalde polyester spanker tijdens een storm werd doorkliefd door een omvallende beuk. Rob is nog wel vele jaren zeilinstructeur geweest bij de “Jannen” en heeft seizoenen achteréén met een Saffier deelgenomen aan de woensdagavondwedstrijden, georganiseerd door de Vrijbuiter. Omdat Rob zijn papieren voor de grote vaart bezit, werd hij regelmatig als schipper/ navigator uitgenodigd om jachten over te varen voor families die wel voor de kust voor Portugal willen zeilen, maar niet zelf de Golf van Biskaje willen oversteken. Ook de Oostzee was een veelvuldige bestemming, Van Helsinki tot Stockholm. Elke donderdag roeit Rob met een Yole de Mer van onze Vereeniging.

Jaarlijks ontving van Rob van Walter een oekaze en van een daaropvolgende rij geldwervers een beleefd verzoek, om de Pampus Easy Week financieel mede mogelijk te maken. Salome Advocatuur is zodoende al jaren sponsor van de Pampus Easy Week. De pennen zijn inmiddels een bekende verschijning in de goodiebag. Tijdens een onderhoud met zijn charmante echtgenote en hem in de d’Oude Tak wisten we Rob er weer van te overtuigen, dat hij ook dit jaar als sponsor moet aantreden. De belofte dat het dit jaar een uniek evenement zal worden, trok hem met een glimlach over de streep.

Kortom, een man met een grote gemeenschapszin, jarenlang bestuurder in vele (sociale) gremia, zoals de Voedselbank, Fonds 1815 (een fonds dat militaire veteranen en hun betrekkingen financieel steunt) en de hockeyclub SCHC. Die het leven niet alleen van achter een “juridisch” bureau, maar ook als koopvaardij- en marineofficier (hij verliet de dienst als LTZ 1 KMR) in harde praktijk heeft leren kennen.

Reacties kunnen niet achtergelaten worden op dit moment.